Tips voor beginnende mantelzorger
Iedereen kan ermee te maken krijgen als de partner, familielid of kennis ziek wordt: mantelzorg. Van wel eens even hulp bieden kan het uitdijen naar dagelijkse zorg en drukte, waardoor het eigen leven in het gedrang kan komen. Mensen met ervaring geven hieronder een aantal tips die ervoor kunnen zorgen, dat u er niet zelf aan onderdoor gaat.
- Laat u door zorginstellingen, artsen en gemeente zo snel mogelijk en zo goed als het kan informeren over wat er op u afkomt. Alleen dan kunt u bepalen wat u voor een ander kunt doen en waar uw grens ligt van wat u aan kunt.
- In uw goedheid zegt u misschien te snel en te vaak: dat doe ik wel. Bent u met meerderen om voor iemand te zorgen, maak dan een heldere taakverdeling. Iedereen kan dan aangeven wat hij of zij kan en wil doen. En u weet van elkaar wat u mag verwachten van de ander. Neem daarbij niet meer hooi op de vork dan u kunt waarmaken.
- Maak ook aan de hulpbehoevende duidelijk wat u voor haar of hem kunt doen. Dat voorkomt dat deze te veel en te makkelijk een beroep op u gaat doen. Soms geeft het stellen van grenzen verdriet bij de zieke, maar anderzijds weet ze dan waar zij of hij aan toe is.
- Maak een logboek van uw hulpverlening. Op de eerste plaats geeft dit op den duur een goed beeld van het verloop en de verslechtering van de ziekte. Daarnaast is het een goed hulpmiddel voor andere hulpverleners. Het biedt ook een helder overzicht als er meerdere zorgdisciplines worden ingeschakeld. Vraag ook deze verzorgenden om het logboek voor u en familieleden bij te houden.
- Leer omgaan met de ziekte, accepteer dat dingen niet altijd kunnen zoals u wilt. Als u altijd verre reizen hebt gemaakt en dat kan niet meer vanwege de ziekte van uw partner, zoek dan iets dichter bij huis. Leer genieten van de kleine dingen in uw leven.
- Blijf niet alleen rondlopen met uw vragen en problemen. Praat met uw vrienden en kennissen, die u steun kunnen bieden. Werkt u? Vertel aan collega’s en werkgever dat u het in uw vrije uren zwaar hebt door de mantelzorg. Dan hebben ze begrip voor uw situatie.
Weet waar u aan begint
- Ga eerst een gesprek aan met de patiënt en de zorgverlener(s) van de patiënt, zodat u een beeld krijgt van de noodzakelijke mantelzorg.
- Laat op u inwerken wat er allemaal op u af komt.
- Vraag goed na wat er precies van u gevraagd wordt. Schrijf het op.
- Bereken hoeveel tijd het mantelzorgen kost per week, per dag. En bekijk of u dat kunt opbrengen. Bedenk hoe u het gaat aanpakken.
- Maak een planning: plan niet te krap en deel, als dat kan, uw planning met ervaren mantelzorgers of met het steunpunt mantelzorg van de gemeente. Die weten al gauw of uw planning realistisch is.
- Zet de afspraken die u maakt op papier en evalueer ze regelmatig.
Evalueer na enkele weken: klopt uw inschatting qua tijd nog?
Zorg voor voldoende hulp
- Is er iemand in de familie/vriendenkring/kennissenkring waarmee u de zorg kunt delen?
- Wie kan u helpen? En door wie wilt u geholpen worden? Zet alles voor uzelf op een rijtje.
- Schroom niet om mensen te vragen. Er zijn echt wel mensen die willen helpen.
- Zorg ervoor dat de zorg voor de patiënt zo goed mogelijk verloopt.
- Probeer erachter te komen wat de patiënt leuk vindt, waar hij of zij blij van wordt.
- Probeer de sfeer aangenaam te houden: kies bijvoorbeeld rustige muziek uit en bekijk wat leuke films met de patiënt. Op den duur kunt u namelijk uitgepraat raken en in een sleur terechtkomen. Het moet voor beide partijen prettig blijven!
- Bespreek wat voor activiteiten jullie eventueel buitenshuis nog kunnen plannen. Probeer leuke dingen te ondernemen met de patiënt als dat nog mogelijk is.
- Laat de patiënt vooral met rust als zij of hij hierom vraagt.
- Bij irritaties: loop weg en maak liever geen ruzie, bespreek het later met de patiënt en verzin zelf een logische oplossing voor het probleem.
Praat over wat u meemaakt
- Praat met mensen in je omgeving over uw zorgen, angsten, verdriet. Problemen die u uitspreekt worden tastbaar, u legt ze als het ware op tafel. U kan er dan op een afstandje naar kijken, erover nadenken en ze samen bespreken. Twee weten altijd meer dan één.
- Praat met artsen, verzorgers en deskundigen. Of met andere mantelzorgers, bijvoorbeeld op internet.
Vraag hulp bij instanties
- Licht de huisarts van de patiënt in en vraag om een consult met advies.
- Er is ondersteuning voor mantelzorgers bij bijvoorbeeld een Steunpunt Mantelzorg in uw gemeente. Zorg dat u in beeld komt van de instanties.
- Bespreek uw planning met instanties om de draaglast te verkleinen, zoals de gemeente, de thuiszorg, vrijwilligersorganisaties, dagopvang, maar ook de digitale boodschappenplanning bij supermarkten.
- Lukt u dit moeilijk of nauwelijks, schakel dan eventueel een Mantelzorgmakelaar in. Die kan met het opgebouwde sociale netwerk door de bomen het bos wel zien.
Bespreek uw situatie op je werk
- Bespreek uw problemen met collega’s. Zij zullen dan meer begrip hebben op de momenten dat u bijvoorbeeld moe bent of tussendoor dingen moet regelen.
- Licht uw werkgever in en informeer of u bijvoorbeeld zorgverlof kunt opnemen of uw werktijden kunt aanpassen.
Zorg goed voor uzelf
- Plan wekelijks minimaal twee dagen rust in voor jezelf om de batterij weer op te laden. Oftewel: je eigen leven te leiden. Zonder ontspanning voor u als mantelzorger komt er vroeg of laat een reactie van stress, oververmoeidheid, irritatie, demotivatie en een beginnende burn-out. Dit is de valkuil waar vele mantelzorgers intrappen. Geef uzelf niet de schuld maar probeer in plaats van oververmoeid te raken, allerlei zaken meteen alvast te regelen.
- Word u bewust van uw rol in het zorgproces: Welke rol heeft deze zorg op uw leven? Wat vindt u daarvan? Hoe ervaar u uw relatie met degene waar u voor zorgt? Bent u daar tevreden mee?
- Check regelmatig hoe het met u gaat: lichamelijk, emotioneel, financieel en sociaal.
- Ga bij uzelf na of u voldoende tijd hebt om te zorgen. Denkt u dat u voldoende kunt zorgen?
- Vraag uzelf eens af wat uw diepste wens is ten opzichte van uw rol als mantelzorger.
- Blijf vooral om de patiënt geven en stel voorzichtig grenzen, wat u wel wilt doen en wat liever niet (meer).