Veel mensen zijn geneigd om een bij te verjagen als er een in hun buurt zwermt, uit angst dat de bij gaat steken. “Bijen steken niet zomaar, ze steken als ze zich bedreigd voelen. Het beste is niet te gaan slaan, maar rustig te blijven tot de bij vanzelf wegvliegt”, aldus Robert Cox, van beroep imker in Castenray.
Robert kreeg het houden van bijen met de paplepel, of beter met de honinglepel, ingegoten. Zijn vader, champignonkweker in Horst, had als hobby een aantal bijenkasten en Robert hielp als klein jochie zijn vader mee. Robert was werkzaam in de agrarische sector, maar het houden van bijen vond hij interessanter. Hij volgde toen hij 25 jaar was een cursus voor imker, en daarna diverse vervolgcursussen zoals speciale bestuivingscursussen.
In 2018 waagde hij de stap om als zelfstandig bijenhouder een professionele imkerij op te zetten met ongeveer 800 kasten.
Bijenvolken zijn te onderscheiden in bestuivingsvolken en honingvolken. De kasten met bestuivingsbijen worden aan opdrachtgevers verhuurd om in de daarvoor gevoelige periode bloesem te laten bestuiven door de bijen. Dat kan in een gesloten omgeving zijn, zoals kassen of teelttunnels (bijvoorbeeld aardbeien), en ook buiten, op akkers met blauwe bessen of in boomgaarden met appels, peren, kersen. Niet alle bloesem bloeit in dezelfde tijd, en zo kunnen de kasten verhuizen van de ene opdrachtgever naar de andere, gedurende het voorjaar en de zomer.
Ook worden bijen ingezet voor de bestuiving bij zaadvermeerderingsbedrijven, voor bijvoorbeeld de zaden voor kool, bietjes, wortelen of voor sierbloementeelt. Een gezond bijenvolk kan wel 25.000 tot 35.000 bijen omvatten. Bijen leven circa 35 dagen, en er is voortdurend aanwas van jonge bijen zodat het volk in aantal hetzelfde blijft.