‘Belangrijkste is dat je er bent’
De vrijwilligers van Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) Noordelijk Noord-Limburg bieden hulp in de laatste levensfase. Zij geven tijd, aandacht en ondersteuning. Zowel ’s nachts als overdag. De vrijwilligers doen dit in overleg met de professionele zorgverleners en voeren geen zorgtaken uit. Mien Loenen (65) uit Venray is een van hen.
Met enige regelmaat probeert Mien ondersteuning te geven in een huis waar iemand de laatste fase van het leven is ingegaan. Ze is meestal tijdens de nacht aanwezig. De mantelzorger kan dan slapen, terwijl Mien waakt bij de stervende. Ze heeft geen achtergrond in de zorg. Dat is ook helemaal niet nodig, weet ze. “Je hebt geen zorgtaak, maar je kunt soms de zorgverlener assisteren. Het belangrijkste is dat je er bent. Je aandacht is er vooral voor de mantelzorger in deze moeilijke tijd.”
Wat maakt je geschikt als vrijwilliger voor VPTZ?
“Om dit werk te doen moet je natuurlijk vertrouwen wekken en openstaan voor de ander. Het is zeer belangrijk dat je het fijn vindt om voor een ander een steun te zijn. Vertrouwen wekken is de eerste stap in de kennismaking.”
Voer je ook gesprekken met de naasten?
Mien: “De vrijwilliger is geen coach of psychologisch hulpverlener. Soms vindt de partner of mantelzorger het fijn om te praten. Je bent dan gewoon een gesprekspartner. Daardoor kom je ook heel dicht bij mensen. Dat is bijzonder. Voor mensen in die situatie ben je al heel snel een goede kennis, een vertrouwd gezicht. Voor dit mooie werk moet je van mensen houden.”
Als je begint als vrijwilliger krijg je eerst een training. En de eerste keer vergezel je een vrijwilliger met ervaring. Dan kom je vanzelf tot de conclusie of je dit werk wilt doen of niet. Het kan ook zijn dat je eerst wat vaker wilt ‘meelopen’. Dat kan allemaal. Je bepaalt ook zelf je beschikbaarheid. “O, ja.. De organisatie zoekt nog vrijwilligers! Wil je dat ook duidelijk melden in het artikel?”
Voor meer informatie bezoek de website www.vptznoordlimburg.nl
Mien Loenen: “Voor dit mooie werk moet je van mensen houden.”
Foto en tekst Jan-Hein de Wit